Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zeg: Alzo zegt de Heere HEERE: [4]Een arend, die groot was, [5]groot van vleugelen, lang van vlerken, vol van vederen, die [6]verscheidene veren had, kwam op den [7]Libanon, en nam den [8]oppersten tak van een [9]ceder. 4. Versta Nebukadnezar, den koning van Babel, zie onder vs.12. 5. Dat is, hebbende grote macht, een wijd uitgestrekt koninkrijk en overvloed van allen rijkdom. 6. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk wat met de naald van verscheidene kleuren gemaakt wordt, als geborduurd of gestikt werk, boven hfdst.16 vs.10,13, enz.; maar hier wordt het bij gelijkenis gebruikt van schone gespikkelde en dooreen gekleurde vederen, alsof zij geborduurd waren. 7. Versta het land van Palestina, hetwelk noordwaarts met het gebergte van Libanon begrensd was. Zie 1 Kon.4:33. 8. Door dezen is betekend de koning Jojachin, ander ook Jechonias genaamd, 1 Kron.3:16; die van Nebukadnezar gevankelijk naar Babylonie weggevoerd was; 2 Kon.24:12; 2 Kron.36:10. 9. Die ene figuur was van het koninkrijk der Joden. Vergelijk Num.24:6; Amos 2:9.